In het begin van 1944 waren de plannen voor de Gealliëerde landingen in Normandië in de afrondende fase gekomen. In de planning was onder meer opgenomen een campagne om boven West Europa overwicht in de lucht te krijgen. Als eerste van een reeks omschreven doelen (vliegtuigfabrieken, vliegvelden, brandstofproductie, radarstations etc.) werd de vliegtuigindustrie gekozen. De eerste aanval zou beginnen midden februari 1944 met als doel: de Messerschmitt fabrieken in Leipzig. Pas op 19 februari was het weer goed genoeg om de bommenwerpers op weg te sturen.
’s Avonds vertrokken 823 Lancasters en Hallifaxen richting Leipzig. Rond drie uur ’s nachts werd 2300 ton bommen afgeworpen. De middag erop voerde de USAAF met 200 bommenwerpers een vervolgactie uit met nog eens 700 ton bommen. In Leipzig vielen ongeveer 1000 doden en de productie van de Messerschmitts liep een vertraging op van twee à drie maanden.
Bomber Command leed deze nacht de zwaarste verliezen ooit: 82 bommenwerpers keerden niet terug van hun missie. Luchtafweer rond Leipzig eiste zijn tol maar de meeste slachtoffers vielen bij de thuisvlucht ten prooi aan de Nachtjagers. Tien procent van de totale vloot was een ongekend zwaar verlies.
De Lancaster die bij Paal brandend neerstortte was een van de 82. In de vroege ochtend van 20 februari ontsnapte Paal aan een ramp. Als het toestel enkele seconden langer in de lucht was gebleven was de ramp voor het dorp niet te overzien geweest.
Omdat lange tijd de gegevens van het vliegtuig en zijn bemanning onbekend waren gebleven hebben enkele leden van de Stichting Werkgroep Archeologie Hulst zich ingespannen om de feiten te achterhalen.
Ga voor het hele verhaal naar:
Het project van de Gemeente Hulst “Versterk de Scheldedorpen” bood de kans om een gedenkplaat te plaatsen op Paal. Er werd gekozen voor plaatsing aan de voorgevel van Paviljoen ’t Schor. Vanuit het Restaurant is er nl. rechtstreeks zicht op de crashplaats.
Van drie bemanningsleden konden familieleden opgespoord worden. Op zaterdag 9 november 2019 vond de onthulling plaats. Daarbij waren vijf verwanten uit Canada en twee uit de Verenigde Staten aanwezig. Twee van hen onthulden samen met burgemeester Mulder de plaquette waarbij een hoornblazer van “Bierkaai Brass” de Last Post ten gehore bracht gevolgd door twee minuten stilte. Daarna speelde een doedelzakspeler van de “Canadian Scottish Memorial Pipes and Drums” een lament.
Door de families werden bloemen gelegd en een sergeant van de RCAF legde een krans evenals vertegenwoordigers van WingstoVictory, het Gdynia Museum en The Aircrew Remembrance Association. De familie van de Piloot Winn had voor een foto gezorgd.
Een Focke-
Er was een woord van dank aan de Gemeente Hulst voor de assistentie bij het organiseren en faciliteren van de gebeurtenis, restaurant ’t Schor voor het ter beschikking stellen van de ruimte, de erewacht van Canadian Scottish uit Hulst voor de muzikale ondersteuning en ook het Bierkaai Brass uit Hulst die onder meer het Nederlandse -
De vlaggen van Polen, Canada, Verenigde Staten, Nederland en Engeland tijdens de ceremonie te Paal op 9 november 2019
De plaquette met de namen van de crew
Paviljoen 't Schor te Paal, waar het monument geplaatst is
Pat Bonneville, een van de nabestaanden
Jaap Geensen (Werkgroep Archeologie Hulst)
Burgemeester Mulder van Hulst
Burgemeester Mulder van Hulst, Lynn Dramnitzki en Pat Bonneville onthullen de plaquette
Eresaluut door de Focke-
De plaats waar de lancaster bommenwerper op 20 februari 1944 is neergestort
Burgemeester Mulder van Hulst samen met Karen en Lynn Dramnitzki en Pat Bonneville
QR-
Het is tegenwoordig bij heel veel interessante toeristische punten een normale zaak dat er bij dit punt een plaatje met een QR-
Je kunt de code ook hier op deze bladzijde scannen en thuis in alle rust het verhaal lezen.
Heel veel succes.
"Filmpjes"
Tijdens de plechtigheid hebben enkele leden van de Werkgroep Archeologie Hulst met hun smartphone een paar filmpjes gemaakt. Misschien vind je dit wel interessant. Klik op de knoppen hiernaast om ze te bekijken.
Lees het artikel uit de Kitchener Citizen geschreven door Lynn Dramnitzky